In de wisselcolumn 'Voorbij vier muren. Stemmen van SPUI25 over een wereld na corona' tekent iedere week een ander bekend gezicht van SPUI25 zijn of haar angsten, verlangens en overpeinzingen op over het leven na deze vreemde tijden.

Als je in het oog van de storm zit is het nogal moeilijk om vooruit en om je heen te kijken. We weten niet of en wanneer ons leven weer normaal wordt, en of dat nou goed of slecht is. Deze coronaperiode is een unieke gebeurtenis in de wereldgeschiedenis, maar het is onduidelijk hoe die beschreven zal worden. Wereldwijde lockdown, in meer of minder intelligente mate – waren we collectief gek geworden? Blijkt achteraf dat deze maatregelen veel erger hebben voorkomen? Of zorgde de pandemie ervoor dat ons besef van de waarde van onze planeet, dieren en de medemens ten goede keerde?

We weten het niet. Dat is de essentie van deze crisis. Al doende komen we erachter, we krabbelen wat vooruit en worden dan weer teruggefloten door het virus. Eerst zeggen dat kinderen gewoon naar school kunnen, en een week later niet meer. Eerst zeggen dat koorts een cruciaal symptoom van corona is, en later blijkt dat je met een temperatuur van 36 graden het virus best onder de leden kan hebben. Eerst zeggen dat mondkapjes niet helpen, en dan toch mondkapjes voorschrijven in de trein. Eerst zeggen dat we zoveel mogelijk onderwijs op de campus gaan geven, en dan nu toch communiceren dat we het voor 95% online gaan doen. Wat duidelijk is: we weten het niet.

Veel mensen worden hier gek van, en vanuit psychologisch oogpunt is dat begrijpelijk. Ambivalentie en onzekerheid zijn de essentie van angst, en het is een diep menselijke neiging om er alles aan te doen om angstgevoelens zo snel mogelijk weg te werken. Daar zijn allerlei manieren voor. Je gek lezen over het virus en haar besmettingstactiek om de dreiging de baas te worden, hamsteren wat maar gehamsterd kan worden om het idee te hebben dat je er klaar voor bent, boos worden op de regering of het RIVM omdat die domme maatregelen voorstellen, verontwaardigd kijken naar andere mensen die zich niet conform de regels gedragen, of je geheel terugtrekken uit het sociale verkeer en je lekker op je zolderkamer niets aantrekken van wat er om je heen waart.

Angst versterkt ook onze aandacht voor anderen. Juist omdat we het niet weten, kijken we naar andere individuen, of naar andere landen. Dragen zij mondkapjes? Testen zij iedereen? Gaan zij naar de kapper? Gaan zij op vakantie? Angstige mensen kijken meer dan wie dan ook naar hoe anderen zich gedragen. Dat vormt een bron van zekerheid.

Toch is het niet zo dat angst daarom bijdraagt tot meer sociale cohesie, integendeel. We vertrouwen onze naasten, maar juist niet degenen die we toch al niet mochten. Dat kan onze buurman zijn, maar ook de regering. Angst maakt onderhuidse spanningen zichtbaar en polariseert. Voor je het weet hebben de Chinezen het gedaan. Het aanhangen van complottheorieën is ook een vorm van angstregulatie.

Wanneer de onderdrukking van onze angst alleen maar zorgt voor boosheid, verontwaardiging en wantrouwen jegens anderen die ons niet aanstaan, kunnen we onze angst beter laten voor wat hij is. Laten we accepteren dat er risico’s zijn in het leven, dat niemand de waarheid omtrent corona nog in pacht heeft, en dat we de komende tijd moeten leven met deze onzekerheid en ambivalentie.

Gerelateerde artikelen