Waar de goede verhalen zijn
Er raast een gedachte over de aarde. Die gedachte – onze wereld verandert in een ongelooflijk hoog tempo – wordt door zoveel mensen uitgesproken dat alleen al de echo overal te horen is. Alles verandert. In een ongelooflijk hoog tempo.
De verandering heeft een naam. Eerst spraken we over een Technologische Revolutie. Daarna ging het over de Digitale Revolutie. Inmiddels zijn we erachter dat we ons midden in een nieuwe Industriële Revolutie bevinden. Een vaststelling die steevast wordt gevolgd door de waarschuwing dat we nog veel te lineair en te klein denken. De opdracht van deze tijd heeft een streng karakter: sluit aan en zorg dat je erbij bent – anders is het over en uit.
Niet zo lang geleden was communicatie iets tussen mensen. Dat begon al bij Adam en Eva (en een duivelse slang) in het aards paradijs, waar Eva wordt verleid om van de verboden vrucht te eten en ook Adam gretig toehapt. Sindsdien weten we: mensen reageren op mensen. Ze worden verliefd, delen verhalen, en kopen van elkaar.
Het Hof van Eden is nu een groenstrook in de digitale wereld. Communiceren doen we veelal via schermen – al helemaal nu Covid-19 ons dwingt op afstand te communiceren. Op Facebook delen we complimenten uit, schelden kan op Twitter, elkaar toelachen doen we op SnapChat, en we surfen naar Instagram om te pronken en te keten.
Vooruitgangsdenken is piekeren over nieuwe mogelijkheden. Verhalen krijgen de gedaante van filmpjes, klachtenlijnen worden spraakcomputers, vergaderingen zijn Zoom-sessies en congressen veranderen in webinars. Wel zo efficiënt, en het scheelt zeker ook reistijd.
Tijden veranderen en daarmee de wijze waarop we leven en werken. Maar is het niet zo dat we, door die hardnekkige angst om de boot te missen, vergeten waar het allemaal mee begon? Dat de digitale wereld pas echt functioneert als er volop goede verhalen te vinden zijn en ook te vinden blijven? Verhalen over liefde, duivelse zaken en de boom der kennis? Verhalen die op straat liggen of zomaar ergens op zolder?
Laten we, als straks de wereld weer opengaat, elkaar vooral veelvuldig echt in de ogen kijken. De journalist, de wetenschapper en de schrijver moeten de tijd nemen om zich tussen mensen te begeven, tussen de verhalen, het gekrakeel en de borrelpraat. Zodat uit eerste hand wordt vernomen wat uitgezocht moet worden, en welke tegels gelicht dienen te worden.
Alles verandert. In een ongelooflijk hoog tempo. Maar mensen reageren nog altijd het best op mensen, ook in een wereld die grotendeel uit bits, bytes, nullen en enen bestaat. Een hunkerende blik, een traan in een ooghoek of een glimlach vertelt meer dan de data van miljoenen Facebookers bij elkaar.