Redden wat je raakt
we liggen naakt op het dekbed, raken elkaar
net niet, de ventilator die mijn moeder in de Action voor ons gehaald heeft
vormt ononderbroken ruis die onze nachten vol maakt
na het jarenlang te hebben ontlopen
zijn we samen ziek en verwarren
de koorts van ons lichaam met de hitte van de kamer
ik denk aan ijs om in slaap te vallen
aan zwarte golven die in het wit slaan
dan heel licht blauw worden
niet alleen wat donker is
ook heel licht blauw kan diep zijn
rechte lijn van onze ogen, we zien de vogels waarvoor
vallen en vliegen hetzelfde is
je stapt de rotsen op
wil de wind van je regenjas een zeil voelen maken
de banale angst van bijna
en het bevroren water van je huid
moeizaam wit
je ogen moe van hoe mooi het is
wanneer ik niet kan slapen denk ik aan mannen
die niet stopten
tot alles ontdekt was
aan hoe de Zuidpool een troostprijs was
expedities naar de Polen langzaamaan
vervangen werden door expedities naar schepen
verloren in de Polen
hoe hun zolen aan hun schoenen plakten
hoe hun huid van hun gezichten smolt
na het eten van de lever
van zeehonden of niet-zeehonden
hoe de mensen die er woonden hadden gewaarschuwd
dat lever je gek maakt
ik zie mezelf op een slee
zie mezelf de honden eten
die me naar de Pool getrokken hebben
hun vlees weer aan de honden die overleefden geven
verschrikkelijke witte hitte
in elkaar stortende wolkenkrabbers
een groot lek
de zon gaat zes maanden lang niet onder
er is geen tijd
om te verliezen
er is
een mug in de kamer
die niet boven het gezoem van de machine uitkomt
het is te warm om haar weg te slaan
je neemt één pijnstiller meer dan mag
we liggen naakt op het dekbed, raken elkaar
net niet
Dit gedicht werd voor het eerst voorgedragen in de aflevering ‘Eeuwig IJs’ (11 september 2024) van de podcast Redden wat je raakt, gemaakt door klimaatdichters Moya De Feyter en Pim Cornelussen.