Sporen van kolonialisme
Roofkunst is een belangrijk vraagstuk waar de afgelopen decennia (inter)nationaal steeds meer aandacht naar uitgaat. In Nederland adviseerde een onafhankelijke adviescommissie vorig jaar minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de staat van roofkunst in Nederland. Hoe nu verder?
Roofkunst is een verzamelnaam voor cultuurgoederen die zijn verworven zonder toestemming van de voormalige eigenaar, vaak onder oorlogsomstandigheden. Om te bepalen of een object tot roofkunst behoort, is grondig onderzoek naar de herkomst ervan fundamenteel. In 2020 riep minister Van Engelshoven een onafhankelijke adviescommissie in het leven om onderzoek te doen naar de staat van roofkunst in Nederland. Ook elders wordt de herkomst van objecten bevraagd – en niet enkel in woorden. Zo deden activisten onder leiding van Emery Mwazulu Diyabanza afgelopen september een poging tot diefstal in het Afrika Museum in Berg en Dal; in een live video verklaarde Diyabanza dat zij stukken die aan Afrika toebehoren kwamen terughalen.
Het Afrika Museum start in samenwerking met het Nationaal Museum van Wereldculturen, het Expertisecentrum van het NIOD en het Rijksmuseum een gezamenlijk onderzoeksproject om een methodiek te ontwikkelen voor herkomstonderzoek naar koloniale collecties en objecten. Minister Van Engelshoven maakte in 2019 al bekend middelen beschikbaar te stellen voor dit onderzoek. Daarbij is het de bedoeling dat de minister begin 2021 met een reactie komt op het advies van de adviescommissie en dat er vanuit daar een plan wordt opgesteld voor de toekomst. Maar hoe werkt dat, onderzoek doen naar de herkomst van een object of kunstwerk? En als de herkomst eenmaal is vastgesteld, hoe gaat dat proces van ‘teruggeven’ dan in zijn werk? Het advies van de commissie is een goed begin, maar wat moet er nog meer gebeuren?
Over de sprekers
Pieter ter Keurs is hoogleraar Musea, Collecties en Samenleving bij de Universiteit Leiden en directeur van het LDE Centre for Global Heritage and Development. Hij is opgeleid als cultureel antropoloog en heeft onderzoek gedaan in Papoea Nieuw-Guinea en Indonesië. Hij werkte onder meer als conservator bij Museum Volkenkunde en als hoofd Collecties en Onderzoek bij het Rijksmuseum van Oudheden. Tussen 2002 en 2009 werkte Ter Keurs intensief samen met het Nationaal Museum van Indonesië in Jakarta.
Mirjam Hoijtink is verantwoordelijk voor de MA Museum Studies aan de UvA. Als onderzoeker, schrijver en tentoonstellingsmaker is zij geïnteresseerd in de rol van objecten in de perceptie van geschiedenis. Momenteel schrijft zij een cultuurhistorische biografie over buit die tijdens en kort na de Java/Diponegoro-oorlog van 1825-1830 naar Nederland werd verscheept. Ze is benieuwd of de diaspora van deze objecten verbonden is met de manier waarop de oorlog wordt herinnerd, in Indonesië en in Nederland.
Wim Manuhutu is historicus en erfgoedprofessional. Hij studeerde geschiedenis aan de Universiteit Utrecht waar hij zich specialiseerde in koloniale geschiedenis. Van 1987 tot 2009 was hij lid van de directie van het Moluks Historisch Museum/Museum Maluku in Utrecht waar hij verantwoordelijk was voor tentoonstellingen, evenementen en onderzoek. Sinds 2009 heeft Manuhutu een eigen bureau, Manu2u, en is daarmee actief op het gebied van erfgoed en diversiteit. Daarnaast is hij ook docent geschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam.