Op weg naar het einde van Gerard Reve
Ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Gerard Reve verschijnt een facsimile-uitgave van de handschriften van zijn brievenboek Op weg naar het einde, die zich bevinden in het archief van de gerenommeerde Amsterdamse uitgever en boekhandelaar Johan Polak. Kenners en liefhebbers gaan in gesprek over onder meer de totstandkoming van deze editie, het archief van Polak en het belang van Reve voor de huidige generatie lezers en letterkundigen.
Johan B.W. Polak (1928-1992) was naast een gerenommeerde Amsterdamse uitgever en boekhandelaar ook een verzamelaar van handschriften en manuscripten van dichters en schrijvers. Hij liet een schatkamer aan waardevolle documenten na, waaronder handschriften van Gerard Reve. De verhouding tussen de schrijver en diens uitgever (vanaf 1971) was bijzonder. Het bezitten van Reves handschriften was voor Polak een obsessie. Hij waardeerde diens schrijfstijl en de openheid in zijn werk over homoseksualiteit. Reve zag al vroeg de gretigheid waarmee Polak zijn handschriften wilde hebben en verkocht hem vooral brieven die hij vanwege de ‘geilheid’ aanprees als ‘aftrekliteratuur’.
In het Polak-archief bevinden zich ook de manuscripten, typoscripten en (sommige) drukproeven van vijf van de zes brieven die Gerard Reve in het tijdschrift Tirade publiceerde en die Geert van Oorschot, zijn eerste uitgever, in 1963 bundelde onder de titel Op weg naar het einde. In een fraai vormgegeven cassette worden deze literair-historische documenten voor het eerst voor een breed publiek toegankelijk. Vanavond spreekt Wiljan van den Akker over de totstandkoming van deze editie. Vervolgens gaat hij onder leiding van Mirjam van Hengel in gesprek met Koen Hilberdink, Polaks biograaf. Ten slotte wegen Jesse van Amelsvoort, David Hollanders en Pauline Sparreboom het belang van Op weg naar het einde en Reves andere werk voor de huidige generatie lezers en letterkundigen.
Over de sprekers
Wiljan van den Akker studeerde Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Utrecht. Hij promoveerde in 1985 op een proefschrift over M. Nijhoff. Vanaf 1986 was hij hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de UU. Zijn eerste dichtbundel De Afstand (2006) werd bekroond met de C. Buddingh’ Prijs, in 2011 verscheen Hersenpap. Verdwaald was zijn eerste verzameling korte verhalen. Samen met Esther Jansma schreef hij de roman De Messias. Met haar vertaalde hij poëzie van Mark Strand (Gedichten Eten) en Bijna Onzichtbaar. In 2021 kwam Dat Onzichtbare Iets uit, een keuze uit het werk van Charles Simic.
Koen Hilberdink is biograaf. Hij promoveerde op Ik ben een vreemdeling. Ik sta apart. Een biografie van Paul Rodenko (2000) en was de bezorger van Rodenko’s essays en kritieken. Eerder verscheen bij Uitgeverij Van Oorschot zijn biografie over Hans Lodeizen (2007), waarin veel nieuw feitenmateriaal over de dichter verzameld is, en J.B.W.P. Het leven van Johan Polak (2017). Recent verscheen Strijd om de ziel. Het leven van P.C. Kuiper (1919–2002) in de psychiatrie.
Pauline Sparreboom studeerde Neerlandistiek aan de Universiteit en is gespecialiseerd in Moderne Nederlandse letterkunde. Ze werkt als marketeer bij het kinder-, jeugd-, en YA-boekenfonds van Luitingh-Sijthoff en is medeoprichter van het collectief Harde Kaft, dat onder andere een maandelijkse boekenclub in het Harry Mulisch Huis organiseert. In 2016 publiceerde ze de dichtbundel De dagen, de dingen (Uitgeverij Passage); enkele gedichten werden datzelfde jaar opgenomen in De Nederlandse poëzie van de twintigste en eenentwintigste eeuw (Prometheus).
Jesse van Amelsvoort is docent moderne Europese letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In zijn onderzoek staat de verhouding tussen kunst, cultuur en literatuur en maatschappelijke debatten, waaronder migratie, klimaatverandering, en gezondheid, centraal. In 2021 publiceerde hij Loft en lân. Gesprekken over Tsjêbbe Hettinga. Hij is redacteur van Armada. Tijdschrift voor wereldliteratuur en lid van de Raad van Advies van het Nederlands Letterenfonds.
David Hollanders doceert economie bij Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is vrijwilliger bij het Multatuli-museum en schreef de Kleine Multatuli (uitgeverij Atlas Contact).
Mirjam van Hengel (moderator) publiceerde in 2014 Hoe mooi alles over Leo en Tineke Vroman en in 2018 de biografie van Remco Campert, Een knipperend ogenblik. In 2022 verscheen de biografie van Dola de Jong van haar hand: Dola. Over haar schrijverschap en de hele mikmak. Van Hengel schrijft voor verschillende kranten, maakt literaire programma’s en werkte voorheen als redacteur bij uitgeverij Querido en bij uitgeverij Van Oorschot.