Bea Vianen is niet dood!
Bea Vianen (1935-2019) was een van de belangrijkste Surinaams-Nederlandse schrijvers van de twintigste eeuw. Haar romans Suriname, ik ben (1969) en Strafhok (1971) werden onlangs heruitgegeven en bereikten een enthousiast nieuw lezerspubliek. Tijdens Bea Vianen is niet dood! gaan liefhebbers en kenners van Vianens werk met elkaar in gesprek over wat haar zo goed maakt en waarom haar werk toen en nu mensen inspireert.
De Nederlandstalige literatuur is notoir goed in het vergeten van haar overleden schrijvers. Hun werk wordt niet echt meer gelezen en verdwijnt al snel uit druk, misschien op dat ene belangrijke boek na. Dat creëert ten onrechte het beeld dat de Nederlandse literatuurgeschiedenis de hedendaagse lezer weinig te bieden heeft. In de vierdelige serie De auteur is niet dood! willen Jesse van Amelsvoort en Aafje de Roest dat beeld kantelen. Dat doen zij door met vier gasten te bespreken wat het werk van telkens één schrijver of dichter uit het Nederlandse taalgebied voor hen betekent. Waarom moeten wij dit werk in de 21ste eeuw blijven lezen? Wat is er zo mooi aan?
Vandaag is dat Bea Vianen, auteur van poëzie, romans en verhalen. Daarvan is Suriname, ik ben bij het grote publiek ongetwijfeld de bekendste, zeker sinds de recente heruitgave. Vianen heeft echter nog veel meer geschreven dat het lezen en discussiëren waard is. Van Amelsvoort en De Roest gaan met een viertal kundige lezers in gesprek over het rijke oeuvre.
Over de sprekers
Thalia Ostendorf is Nederlands-Surinaams en studeerde literatuurwetenschappen in Utrecht, Californië en Napels. Ze is nu bezig met haar promotieonderzoek aan de Universiteit van St. Andrews in Schotland, aan de faculteiten Moderne Talen en Sociale Antropologie. Haar onderzoek focust op oorlogsliteratuur geschreven door veteranen van de Eerste Wereldoorlog en de invloed hiervan op herdenken en vredesactivisme. Verder schrijft ze stukken en korte verhalen die zijn verschenen op plekken als DIG, Skut en The Satirist. Ze is medeoprichter van en redacteur bij Uitgeverij Chaos, nu een imprint van Das Mag.
Rihana Jamaludin werkte als beeldend kunstenaar, was docent in de volwasseneneducatie, gaf inburgeringscursussen voor gemeente Amersfoort en maakte educatief lesmateriaal. In 2000 besloot ze zich op schrijven te gaan richten. Sindsdien zijn vijf romans en Young Adult-boeken verschenen, waaronder de historische romans De Zwarte Lord (LM Publishers) en Geheimen van het tuinhuis (Blossom Books). In 2021 kocht het Stedelijk Museum Amsterdam twee werken van haar aan, tijdens haar deelname aan de tentoonstelling Surinaamse School van het museum.
Dominique van Varsseveld is schrijver, journalist, recensent. Ze schrijft voor de cultuurredactie van NRC. Voor de tentoonstelling Surinaamse Schrijvers – De weg naar een onafhankelijke literatuur, een samenwerking tussen het Nationaal Archief in Paramaribo en het Literatuurmuseum in Den Haag, was ze gastcurator en projectcoördinator. Bij Uitgeverij Querido werkt ze aan haar debuutroman. Haar korte verhalen zijn te lezen in De Revisor, Extra Extra Magazine en de jubileumbundel van Winternachten-Writers Unlimited 2020. In 2021 en 2022 zat ze in de jury van de Boekenbon Literatuurprijs.
Jesse van Amelsvoort is docent moderne Europese letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In november 2021 promoveerde hij aan de Rijksuniversiteit Groningen op een proefschrift over hedendaagse minderheidsliteratuur in Europa. Hij is redacteur van Armada. Tijdschrift voor wereldliteratuur en heeft gepubliceerd in onder meer de Nederlandse Boekengids en Nexus.
Aafje de Roest promoveert aan de Universiteit Leiden op culturele identiteitsvorming onder Nederlandse jongeren in online Nederlandse jeugdcultuur. Zij concentreert zich op hedendaagse Nederlandse hiphop. Ze is een van de Faces of Science van NEMO en de KNAW, lid van de Raad van Toezicht van het Nederlands Letterenfonds en bedenker van de trending hashtag #wijzijnneerlandici.