Alles moet anders
De Nederlandse Boekengids noemt zichzelf al jaren een ‘ruimte voor kennis en kritiek’, oftewel een plaats voor het beoefenen van fundamentele cultuurkritiek via boekbesprekingen. ‘Cultuur’ is daarbij niet beperkt tot kunst en literatuur, maar omvat de wetenschappelijke, maatschappelijke, politieke en economische wereld waar we in, en mee, leven. Ter gelegenheid van Alles moet anders – een bundeling van 25 felle en stevige cultuurkritische essays uit dNBg gaan redacteuren en auteurs in gesprek over taal, macht en de grenzen van de kritiek.
De mede door de Boekengids bevorderde bespreekcultuur (‘review culture’) heeft een aanzienlijk radicaal potentieel. Dat zit hem erin dat bespreker en besprokene via het boek als het ware in gesprek treden, en dat de vorm van het essay daarbij naast antwoorden vooral ook ruimte biedt voor overwegingen, grijstinten en vragen. Het ‘review essay’ gaat namelijk niet alleen over de vraag of een of meerdere boeken de moeite van het lezen waard zijn; het gaat al snel ook over de discursieve ruimte waar die boeken interventies in willen zijn en bevraagt zo vanzelf de aannames die binnen die ruimte gelden en wat die zeggen over zowel die ruimte als de wereld daarbuiten.
Een goed review essay over de manier waarop onze zorg is ingericht, wordt zo al snel een kritiek op de waardering voor zorgtaken, onbetaalde arbeid en emancipatie in onze cultuur. Een review essay over #MeToo wordt een essay over de beperkingen van ons recht als het om seksueel grensoverschrijdend gedrag gaat. Een essay over de geschiedenis en ontwikkeling van politiek conservatisme over de vraag of rechtsextremisme daar niet gewoon een januskop van is. Oprechte en zorgvuldig onderbouwde kritiek dus, en radicale.
Maar wanneer is een oprechte, fundamentele kritiek radicaal en wanneer ‘extreem’, en wat zijn de politieke implicaties daarvan? Wanneer raakt het ‘redelijke midden’ uit beeld tussen de extremen van radicaal-rechts en het zogenaamde ‘wokisme’ – en is dat erg? En wat zegt dit alles over de verhouding tussen taal en macht, waar de Nederlandse Boekengids zich toe moet verhouden? Een avond met Merlijn Olnon, Saskia Pieterse, Hannah van Binsbergen, Daniël Boomsma en Christiaan Roodenburg.
Over de sprekers
Hannah van Binsbergen is dichter en schrijver, en hoofdredacteur van het politieke tijdschrift Jacobin-NL (in oprichting). Ze debuteerde in 2016 met de bundel Kwaad Gesternte (bekroond met de VSB poëzieprijs). In 2020 verscheen haar romandebuut Harpie. Onlangs verscheen haar nieuwe dichtbundel Kokanje.
Daniël Boomsma studeerde rechten en staatsrecht aan de Universiteit van Amsterdam en werkt als speechschrijver. Hij publiceert regelmatig in Vrij Nederland en de Nederlandse Boekengids.
Saskia Pieterse is schrijver en zelfstandig onderzoeker. Ze publiceerde onder meer in De Groene Amsterdammer. Ze treedt binnenkort toe tot de redactie van de Nederlandse Boekengids.
Christiaan Roodenburg is adjunct-hoofdredacteur van de Nederlandse Boekengids.
Merlijn Olnon (moderator) is oprichtend hoofdredacteur en uitgever van de Nederlandse Boekengids.