Vertaal mij
De bang geworden
dat ze achtergelaten gaan worden vertalers
van toen we niet genoeg tijd hadden om de taal te leren,
niet enkel naar andere talen, maar ook van gisteren naar morgen,
zijn de laatsten die we mee laten komen
als we ergens weggaan alsof we pas terugkomen
als we de taal geleerd hebben.
Hoeveel tijd heb ik voor mijzelf,
veertig of vijftig jaar jonger? Een half uur midden in de nacht.
En hoeveel tijd wil die teruggeven? Zolang als die zich kan inhouden
mij aan te kijken, kan ik zo snel van aanraken
naar klaarkomen gaan?
Ik mag nog een gedicht lezen,
maar niet meer dan één, maar geen vertaling,
want ik heb genoeg van vertalingen
zoals van de regen.
Na tijd genoeg
om te vragen: geef het opgehouden zijn met regenen
aan waar ik schuil voor de regen. Zo heb ik er nog iets aan,
zo heb ik nog iets voor later.
Vertalen wat verandert
waar ik bij ben – als het onbeweeglijk blijft
kan ik net zo goed doen alsof ik het niet zie,
alsof het daarom vroeg (zoals wanneer ik zeg: “vertaal mij alsjeblieft”),
zoals een vertaling als een verandering die allang voorbij is
als ik die zie, een laatste flard mist
boven het water.