Deze column werd voorgedragen tijdens het programma van SPUI25 in Spe 'Jongeren in de politiek. Tijd voor radicaliteit?' op 10 maart 2022 in SPUI25.

Al ruim tien jaar moeten we lijdzaam toezien hoe Nederland aan het veranderen is in een neoliberale nachtmerrie. Alles draait om efficiëntie en de menselijke maat is compleet uit ons gedachtegoed gesloopt. Als jongeren voelen we ons vaak machteloos en overgeleverd aan politieke leiders die al jarenlang de dienst uitmaken. De afstand tussen deze politieke leiders en veel jongeren lijkt tegelijkertijd steeds groter en groter te worden. Onze leiders bekommeren zich namelijk eerder over de belangen van de multinationals en het grote geld dan die van de mensen die zij zogenaamd vertegenwoordigen.

Op dit moment is de belangrijkste leider, VVD-voorman Mark Rutte, een leider zonder visie.
Leider van een partij die graag een distinctie wil maken tussen vluchtelingen die terug moeten en ‘echte vluchtelingen’ uit Oekraïne. Een leider die met trots verkondigde: ‘Visie is als een olifant die het zicht belemmert.’ Een man met een sterk aangetast geheugen, die op live televisie tegen ons heeft gelogen. Hij die geregeld geen actieve herinnering meer heeft als hij in de problemen komt: de positie van Pieter Omtzigt, het toeslagenschandaal, de burgerslachtoffers in Hawija, de Teevendeal en de memo’s van de dividendbelasting. De Rutte-doctrine is als een gif dat onze samenleving en haar bestuurscultuur heeft verziekt.

Terwijl de sociale zekerheid langzaam maar zeker aan het verdwijnen is, lacht Rutte de destructie van de verzorgingsstaat weg: de zorg die is kapot bezuinigd, een woningcrisis, de steeds groter wordende kansenongelijkheid in ons land, het lerarentekort, de rechtsbescherming. De lijst met problemen waar velen van de jongeren in onze generatie mee moeten dealen is oneindig. Ik zeg velen, want nog niet bij alle jongeren lijkt het besef in te dalen dat het leiderschap dat wij nu nog gedogen de mensen in onze maatschappij steeds verder uit elkaar drijft.

Niet alleen bij jongeren, maar ook bij de vermeende nieuwe politieke leiders van ons land is er nog steeds sprake van een glasharde ontkenning. Het neoliberale afbraakbeleid wordt gesteund en zelfs aangemoedigd. Tijdens de campagne van de vorige verkiezingen had ook Sigrid Kaag van de zogenaamde onderwijspartij D66 het namelijk over nieuw leiderschap. Nieuw leiderschap met de slogan: laat niemand vallen. Behalve natuurlijk de studenten met een schuld, die laat je keihard laat stikken. Nieuw leiderschap dat de jongeren op zoek naar een eigen woning of kamer in de steek laat. Nieuw leiderschap, dat de positie van oude leiders redt. Een motie van wantrouwen over een liegende leider wegstemmen. Was het niet tijd voor een functie elders? Hier scheiden onze wegen zei je toch?

En wat te denken van Wopke Hoekstra, de leider van het CDA. Voordat hij, nota bene, minister van Financiën werd, had hij jarenlang een belang gehad in een brievenbusfirma op de Britse Maagdeneilanden. Een leider als deze is totaal niet geloofwaardig.

Wat is nieuw leiderschap waard als de nieuwe leiders hetzelfde doen, het net iets anders formuleren, maar doorgaan met het beleid wat de afgelopen jaren is gevoerd? Als een kabinet moet opstappen vanwege een schandaal, maar dan terugkomt met grotendeels dezelfde leiders maar in andere posities. Ik bedoel: onze voormalig minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge, die nu terug is als minister voor Volkshuisvesting. Wanneer komt er een einde aan deze draaideurpolitiek?

Wat is het dan het alternatief?

Laten we ons in ieder geval niet laten leiden door extreemrechtse populisten zoals Baudet, Wilders en Eerdmans. Groot gemaakt door de traditionele media. Die hen roemden om hun ‘frisse’ ideeën. Zij die met hun xenofobische politiek de tegenstellingen in ons land proberen te vergroten. Leiders die een oud verhaal recyclen, in een nieuw jasje stoppen en terugverlangen naar een vergane tijd toen Nederland nog wit was. Leiders die met hun hart dichter bij het Kremlin staan dan bij de Nederlanders.

Beste jongeren, laat je niet in de maling nemen door de gevestigde politici en hun beloftes over nieuw leiderschap, door de retoriek van extreemrechtse populisten. De tijd van netjes doen is voorbij. Wanneer worden wij een keer echt boos? We moeten niet meer genoegen nemen met de praatjes over nieuw leiderschap en over een terugkeer naar het Nederland uit een verleden.

Weet je wie er nieuwe leiderschap moet tonen? Wij. De nieuwe leiders, dat zijn wij. Wij zijn de toekomst van de politiek.

Gerelateerde artikelen