Woensdag 20 november heb ik voor SPUI25 in Spé bij SPUI25 een panelgesprek over de menstruatiecyclus georganiseerd. Hierbij bespraken we de invloed van de cyclus op het leven van mensen die menstrueren en de relatie tussen de menstruatiecyclus en het patriarchaat. Het gesprek was uitdagend, kritisch en bemoedigend. Hoewel de avond niet draaide om medische diagnoses, zette het mij – als derdejaars geneeskundestudent – aan het denken.

Vandaar dat ik dit stuk schrijf: om te delen wat de avond bij mij teweeg heeft gebracht. Ik wil het hebben over de erkenning van klachten bij menstruerende mensen en het belang van het luisteren naar het eigen lichaam. Hierbij verwijs ik naar inzichten uit het panelgesprek. Mocht je het gesprek niet hebben gezien, dan is dat zeker de moeite waard om het te bekijken, maar niet noodzakelijk om dit te begrijpen.

Diagnose en erkenning
Een diagnose kan erkenning bieden: het bevestigt dat klachten een specifieke oorzaak hebben en niet aan de persoon zelf liggen. Daarnaast is een diagnose praktisch voor communicatie, onderzoek en behandeling. Toch is het belangrijk om kritisch te kijken naar de relatie tussen diagnoses en erkenning in onze patriarchale maatschappij.

Mensen met een baarmoeder krijgen namelijk minder vaak een diagnose. Dit komt deels doordat medisch onderzoek voornamelijk is verricht op lichamen zonder baarmoeder, zoals ook werd benoemd in het panel. Het lichaam met baarmoeder is simpelweg geen “mannenlichaam met een baarmoeder”; het functioneert anders. Ook genderspecifieke vooroordelen spelen een rol: klachten van vrouwen worden minder serieus genomen. Deze vooroordelen en het gebrek aan onderzoek zorgen voor een lagere kans om een (juiste) diagnose te krijgen.

De diagnoses die worden gesteld bieden misschien niet altijd de juiste erkenning. Ze kunnen oorzaak en gevolg verwarren. Om dit te begrijpen is het belangrijk om te kijken naar een diagnose of classificatie als sociaal construct. Dit is met name van toepassing op de menstruatie-gerelateerde psychische aandoeningen zoals Premenstrueel Syndroom (PMS) en Premenstrual Dysphoric Disorder (PMDD), waarover het ging in het panel. Dat zijn symptomen die voorkomen voorafgaand aan de menstruatie en, wanneer ze in bepaalde combinaties voorkomen, door de mens worden geclassificeerd als PMS of PMDD — en dus worden geframed als psychische stoornis. Hierbij kan worden voorbijgegaan aan de oorzaak van de klachten die iemand heeft. Een veelgemaakte denkfout is dat PMS of PMDD als oorzaak van klachten worden beschouwd, terwijl het in feite labels zijn die voortvloeien uit het ervaren van de klachten. 

Bovendien werd in het panel, met onder andere gynaecoloog Janneke van ’t Hooft en neurowetenschapper Margot Morssinkhof, benadrukt dat (traumatische) ervaringen de ernst van menstruatie-gerelateerde klachten kunnen verergeren. Dit roept bij mij de vraag op: bieden diagnoses zoals PMDD wel de juiste behandeling en erkenning? Moeten we ons niet vaker richten op de sociale en psychologische oorzaken van klachten in plaats van op symptoombestrijding?

In het boek The Body Keeps the Score van Bessel van der Kolk wordt dit bijvoorbeeld benadrukt voor traumatische stress. Van der Kolk laat het belang zien van de mens in diens sociale context en de verbinding van lichaam, hersenen en geest. Behandelingen moeten vaker gericht zijn op de oorzaak in plaats van op symptoombestrijding – iets wat in de Westerse geneeskunde soms onderbelicht blijft. Is dit ook zo voor PMS en PMDD?

Het roept dus veel vragen bij me op. Wat ik wel zeker weet is dat we ons bewuster moeten zijn van de gebrekkigheid van de diagnose. De huidige medische kennis is namelijk geen absolute waarheid, zeker niet als deze voornamelijk gebaseerd is op het lichaam zonder baarmoeder. 

Luisteren naar het eigen lichaam
Zoals Petra Verdonk tijdens het panelgesprek stelde: er is een systeemverandering nodig. Dat betekent meer onderzoek naar lichamen met een baarmoeder en erkenning van de klachten die zij ervaren. Maar wat doen we in de tussentijd?

Ik geloof dat luisteren naar het eigen lichaam een belangrijk onderdeel is. Dit betekent signalen vanuit het lichaam leren herkennen. Persoonlijke ervaringen verdienen namelijk erkenning – van het individu zelf, maar ook van artsen en de maatschappij. Het luisteren naar ons lichaam en het streven naar systeemverandering sluiten elkaar daarbij niet uit. Het is geen kwestie van óf/óf, maar van én/én – net zoals een brunch.

Mijn eigen ervaring
Het organiseren van dit panelgesprek heeft mij geholpen om beter naar mijn lichaam te luisteren en bewuster met mijn cyclus om te gaan – een “baarmoederbewuster” leven. Ik houd nu bij hoe ik me voel in de verschillende fases van mijn cyclus. Tot mijn verbazing geeft dit me veel duidelijkheid. De twee “versies” van mezelf, die ik onbewust lijk te zijn, blijken sterk samen te hangen met mijn cyclus. Tegelijkertijd ben ik geschokt dat ik al meer dan tien jaar menstrueer voordat ik dit ontdekte. Als dit geldt voor meer mensen, dat de menstruatiecyclus het leven (ernstig) kan beïnvloeden, waarom leren we hier niet meer over op school?

Ik besef ook dat bewust omgaan met het lichaam niet alle problemen oplost of voor iedereen mogelijk is. Het vraagt tijd, kennis en ruimte – een geprivilegieerde positie. Toch denk ik dat het waardevol is om, waar mogelijk, beter te leren luisteren naar ons lichaam. Dit kan ons helpen om eerder en beter hulp te vragen. Bovendien zorgt het praten over het luisteren naar ons lichaam misschien voor meer bewustwording en ruimte binnen de maatschappij.

Wij zijn de verandering!
De conclusie van het panelgesprek was helder: we hebben feminisme, bewustwording en systeemverandering nodig. Hiervoor moeten niet alleen mensen met een baarmoeder, maar iedereen zich (blijven) uitspreken. Ook het medische onderwijs heeft, naar mijn mening, hierin een belangrijke verantwoordelijkheid. Een arts zou een bewuste en onbevooroordeelde professional moeten zijn, die vertrouwen heeft in de kennis van de patiënt over diens eigen lichaam. Daarom daag ik het medische curriculum uit: het is tijd voor onderwijs over de oorsprong van medisch onderzoek en genderspecifieke zorg.

Heb je vragen of opmerkingen? Mailen kan naar spui25inspe@gmail.com

Lees meer over SPUI25 in spe


Afbeelding: Esmay van Loenen (instagram: assmayonaise)


Literatuur:
      https://www.womeninc.nl/ [Internet]. 2024 [geciteerd 23 november 2024]. Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten. Beschikbaar op: https://www.womeninc.nl/kennis/somatisch-onvoldoende-verklaarde-lichamelijke-klachten/

       Nieuws en Verhalen [Internet]. 2024 [geciteerd 23 november 2024]. Verschillen in de zorg voor mannen en vrouwen met dezelfde klachten. Beschikbaar op: https://nieuws.umcg.nl/w/verschillen-in-de-zorg-voor-mannen-en-vrouwen-met-dezelfde-klachten

Nieweg EH. Wat wij van Jip en Janneke kunnen leren. Over reïficatie (verdinglijking) in de psychiatrie. Tijdschr Voor Psychiatr. 13 oktober 2005;(/):687-96.

van der Kolk, B. A. (2014). The body keeps the score: Brain, mind, and body in the healing of trauma. Viking.

       Vrouw-manverschillen bij kanker: een eerste verkenning [Internet]. [geciteerd 23 november 2024]. Beschikbaar op: https://iknl.nl/nieuws/2023/vrouw-manverschillen-bij-kanker

Gerelateerde artikelen