‘Een domme kontselfie’
Ze is blond. Natuurlijk is ze blond. Het is een aantrekkelijke vrouw, ze draagt – weinig. De foto is gemaakt met een iPhone. Geschoten in een hotelkamer, keten onbekend, maar in elk geval chic genoeg voor een glazen spoelbeker in plaats van een plastic wegwerpexemplaar. De vrouw is het type vrouw waarvan sommige mensen zeggen: of je wilt mét haar zijn, of je wilt háár zijn.
De vrouw op de foto is Amalia Ulman. Een jonge kunstenaar, in 1990 geboren in Buenos Aires. In de zomer van 2014 startte Ulman een ambitieus project, genaamd Excellences & Perfections. Voor deze performance, die vier maanden duurde en volledig op Instagram plaatsvond, simuleerde Ulman het leven van rijke, westerse influencers. Ze wilde hiermee de beeldtaal van hedendaagse rijkdom ontmantelen. Hoe ziet weelde eruit, vroeg Ulman zich af. Wat zijn de visuele elementen van succes?
Ulman ontving veel kritiek op haar werk – niet in de minste plaats omdat curatoren en collega-kunstenaars niet wisten dat haar sexy kiekjes een performance waren. Zij kenden Ulman nog van haar sculpturen van ijzerdraad, die abstract en unheimisch waren, en tevens zo populair dat al haar werken voor een solotentoonstelling in Londen meteen werden verkocht. Het succes van de sculpturen had van Ulman een artistieke belofte gemaakt. En nu waren er ineens deze selfies, die het bestaande beeld van Ulman als ‘serieus kunstenaar’ onderuit haalden. ‘Je werk is geen stuiver meer waard als je deze domme kontselfie’s blijft posten’, sprak Ulmans galeriehouder haar streng toe.
Voordat ze bekendheid kreeg met haar sculpturen, was het leven van Ulman niet bepaald comfortabel. Toen ze klein was emigreerden haar ouders van Argentinië naar Gijón in Spanje, waar het gezin als buitenlanders en daarmee outsiders werd weggezet. Op haar achttiende emigreerde Ulman nogmaals, dit keer zelfstandig, toen ze naar Londen verhuisde om kunst te studeren aan Saint Martins. De jonge kunstenaar voelde zich al snel bekocht door de stad. De mensen die ze er ontmoette waren geenszins succesvoller, rijker of ‘beter af’ dan haar grootouders in Buenos Aires, met wie ze contact hield via webcam, en die het leven in de westerse hoofdsteden verheerlijkten. Mede dankzij deze vroege ervaring met deceptie, zijn nepheid en performance een belangrijk thema binnen Ulmans artistieke praktijk geworden.
Nadat Ulman bekendmaakte dat de Instagram-selfies onderdeel waren van een kapitaal-kritisch project, werd ze in een klap beroemd. Anno 2014 bestond Instagram nog niet zo lang, en het medium was niet eerder toegepast voor een ‘serieus’ kunstproject van deze schaal. Het hele idee van Instagram was immers dat je je échte zelf zou laten zien, van je ochtendkoffie tot het boek dat je ’s avonds in bed leest. Het project van Ulman onderstreepte juist hoe Instagram de maakbaarheid van de werkelijkheid faciliteert – een conclusie waar we in 2021 niet meer van opkijken.
Alhoewel 2014 nog behoorlijk recent lijkt, is er toch enige historische context geboden. Krap zeven jaar geleden stond het maken van selfies nog te boek als een ietwat gênante, en daardoor ongemakkelijke bezigheid. De selfie begon pas genormaliseerd te worden na 2015, het jaar dat het beruchte selfieboek Selfish van realityster Kim Kardashian uitkwam. Dit boek werd destijds zowel geprezen als afgemaakt om het feit dat Kardashian haar zelfingenomenheid zo schaamteloos etaleerde. Het maken van selfies, het liefst met bijbehorende ‘duckface’, werd eerst een ironische handeling, als parodie op Kardashian, maar al snel begon ook de serieuze Instagram-gebruiker het plezier van de selfie te waarderen. Het project van Ulman speelde zich nog vóór deze verandering af, wat de kritiek van haar galeriehouder destijds enigszins verklaart.
In een interview met Artforum vertelt Ulman over de tactieken die ze gebruikte om het imago van haar persona geloofwaardig te maken. Zo had ze caissières van luxe modehuizen benaderd en hen gevraagd of ze overgebleven tasjes en schoenendozen mocht hebben, zodat ze zich in haar foto’s als big spender kon profileren zonder daadwerkelijk iets te kopen. En terwijl het kamerpersoneel van vijfsterren-hotels hun schoonmaakronde deed, vroeg Ulman of ze ondertussen de lege kamers mocht gebruiken om selfies te maken. In hoeverre deze tactieken op de waarheid berusten of slechts een aanvullend verzinsel van Ulman zijn, is moeilijk te zeggen.
Toch blijft Excellences & Perfections, als kritische verkenning van status en klasse, een bijzonder project. Ulmans talloze foto’s van halfnaakte lichamen, designermerken en veel te dure cappuccino’s lezen weliswaar als een parodie op de millenial lifestyle die veel twintigers en dertigers zich op het internet aanmeten, maar net als met elke parodie verwijst Excellences & Perfections ook naar een herkenbare werkelijkheid. De foto’s benadrukken hoe we de elementen van ons alledaagse leven online als een vorm van wisselkoers inzetten, en daarmee ons geluk tot een meetbare eenheid maken. Onze foto’s van gezellige etentjes, feestjes en nieuwe aankopen zijn daarmee niet zo neutraal als onze Instagram-feeds ons doen geloven, hoe genormaliseerd het online delen van persoonlijke foto’s ook is geworden.
Overigens is de domme kontselfie van Ulman, net als de rest van de Excellences & Perfections foto’s, in 2017 aangekocht door het New Museum in New York, waar het sindsdien deel uitmaakt van de vaste collectie.