De kinderrug en de kat
Er staat een kind met de rug naar ons toe. Als hij zijn rechterarm niet op de stoelleuning zou hebben, zou je denken dat hij voor straf in de hoek stond. Hij heeft een mooi pak aan met een witte bontkraag, witte kousen eronder en een witte pluim op het mutsje op zijn hoofd. Zijn lange pijpenkrullen komen eronderuit.
Toch is het kind niet wat onze aandacht trekt. Aan de muur, op aanraakafstand voor het kind, hangt een schilderij van een kat. Het dier heeft een lage aaibaarheidsfactor: het is een volwassen kat die ons, de kijkers, de camera, recht aankijkt. De kat is groot ten opzichte van het kind – lengte is meestal wat ingewikkeld te omschrijven bij katten, maar het kind zou het dier alleen met veel moeite op kunnen tillen, en waarschijnlijk zou ‘ie het ook meteen weer loslaten, want de kat kijkt niet alsof ‘ie houdt van kinderomhelzingen.
De kat ligt, op het schilderij, op een tafeltje, een waar hij of zij elk moment vanaf zou kunnen springen. Ik denk dat-ie dan naar een van de houten pilaren zou gaan. Pilaren die de fotograaf, Pierre-Louis Pierson, vaker gebruikte in zijn studio. Ook het model was een habitué: het jongetje was Giorgio de Castiglione, het zoontje van de graaf en gravin van Castiglione.
De gravin, Virginia Oldoini, had een bijzondere relatie met de fotocamera. Zeker duizend foto’s liet ze van zich maken, veel daarvan bij Mayer en Pierson, de Parijse firma die ook van Napoléon III portretten maakte. Ze was enige tijd de maîtresse van de keizer – ze scheidde ervoor van haar man – en werd in de jaren vijftig en zestig omschreven als een van de allermooiste vrouwen op aarde – haar ellebogen werden vergeleken met rijpe perziken. Dat beeld hield ze graag vast.
Als ze nu had geleefd, had ze zeker ook een Instagram-pagina en een samenwerkingscontract met een aantal modemerken. Daar zou ook een kousenmerk bij hebben gezeten, want haar benen waren, zo vond ze zelf, uitzonderlijk mooi – ze liet ze zelfs fotograferen zonder dat haar hoofd zichtbaar was.
De Amerikaanse kunsthistoricus Abigail Solomon-Godeau schreef in 1986 over deze ‘Legs of the countess’. ‘Dat een aristocratische vrouw, hoe geruchtmakend ook, haar naakte benen zou tonen aan een officiële fotograaf doorbrak meerdere fotografische regels over wat je geacht werd te doen in het Second Empire’, aldus Solomon-Godeau. De foto’s waren niet bedoeld voor de verkoop, ze waren puur voor haar eigen blik. Solomon-Godeau vermoedt een fetisjist te hebben ontdekt. Iemand die, net als haar overwegend mannelijke aanbidders, verliefd was op het personage dat ze speelde.
Net als de influencers nu liet ze haar zoontje ook meedoen aan haar toneelstuk. Maar liefst 67 foto’s heeft het Metropolitan Museum of Art in bezit van het jongetje. Op eentje staat hij naakt, net als hier met zijn gezicht naar de muur, hij is, aan de molligheid van zijn ‘derrière’ te zien, nog wat jonger dan hier. Op de andere foto’s poseert hij, zo te zien gewillig, voor zijn moeder in diverse kostuums. Als een echte mannequin toont hij dus de voor- en achterkant van het kostuum. Anders dan je zou kunnen denken, ging het de moeder dus niet per se om het gezicht van de jongen, integendeel, hij werd geacht allerlei rollen te spelen.
Op deze foto draagt-ie een kostuum dat zijn moeder betitelde als ‘Le veste de cygne’, het zwanenjasje dus. Dat verwijst niet naar een toneelstuk maar naar het dons van het jasje, het is namelijk zwanendons. De foto is gemaakt in 1861, toen was de jongen zes jaar oud. Maar waarom dat poezenschilderij?
Op meerdere foto’s poseert La Castiglione, de moeder van Giorgio, met een of meer honden, maar op een kattenliefde heb ik haar niet kunnen betrappen. Poezenplaatjes zijn al eeuwen geliefd, het internet staat er vol mee. Tijdens de aanslagen in Brussel in 2015 postten de Belgen massaal plaatjes van poezen, om te voorkomen dat er voor de terroristen nuttige informatie zou worden verspreid. Poezen poseren soms best goed, als ze zin hebben – of geen zin hebben om op te staan. Het is die onverschrokken blik die vaak zou aandoenlijk is – alsof ze heel goed weten waar ze bij betrokken worden.
Ik denk dat het schilderij een portret was van de kat van de jongen. En natuurlijk was het ook een verwijzing naar de bijnaam van het jongetje: die werd door zijn moeder ‘le tigre’ genoemd, de tijger. Ik stel me voor dat het een idee was van Giorgio zelf om met het poezenschilderij op de foto te gaan, als afleiding, en omdat hij al jong van zijn moeder had geleerd dat je geliefde dingen kon fotograferen. Nu mocht hij ook iets kiezen dat híj leuk vond.
Na een periode van rust op het fotofront bleef de gravin tot het eind van haar leven poseren, ook wat dat betreft zouden modefotografen een voorbeeld aan haar kunnen nemen. Rond 1895, toen ze bijna zestig was, fotografeerde Pierre-Louis Pierson haar opnieuw, in de mooiste jurken. Toch liet ze ook foto’s uit de jaren zestig opnieuw afdrukken, zoals deze. Daarbij ging blijkbaar iets mis, want aan de rechterkant van de foto staat opnieuw de pilaar en een randje van het jasje van haar zoontje. Het zal haar weinig hebben gedeerd: Giorgio di Castiglione was op zijn twaalfde overleden aan de pokken, zijn vader was al eerder gestorven. Nu had ze niet alleen een foto van haar zoontje in kostuum, ze had ook een aandenken aan zijn liefde voor zijn kat.