Smart en smacht
Ik dacht: laat ik ‘uit de kast’ maar letterlijk nemen want in deze coronatijden moet ik vaak aan mijn coming-out denken, die plaatsvond onder het gesternte van een ander virus: HIV. Het verbaast me als mensen zeggen dat ‘we’ verleerd waren dat er virussen kunnen rondwaren die veel slachtoffers maken; aids heeft tientallen miljoenen mensen gedood.
Ik studeerde; aan het begin van de epidemie, begin jaren tachtig in Parijs, onder anderen bij Michel Foucault. A l’ami qui ne m’a pas sauvé la vie van Hervé Guibert refereert aan Foucault, met wie Hervé heel goed bevriend was. Foucault overleed eerst aan aids, Guibert een paar jaar later. Guibert, nog jong, liet slechts een bescheiden oeuvre na. Het is misschien niet heel hoogstaande literatuur – maar wel een prachtig smartelijk boek over het grote lijden dat het virus teweegbracht.
Dat het homoleven niet altijd smartelijk is, maar wel vaak smachtelijk valt te lezen in André Acimans Call Me by Your Name. Het boek is bij een breder publiek bekend geworden toen het recent werd verfilmd. Dit boek gaat, net zoals het derde in deze rij, over een gepassioneerde vriendschap – waarbij het taboe op homoseksualiteit bestaat, maar niet het dominante gegeven is.
Dat geldt ook voor Hans Maarten van den Brinks prachtige boek Over het water waarin, tegen de achtergrond van dreigende politieke ontwikkelingen eind jaren dertig, twee jongens eindeloos samen roeien.
Zijn dit nu ‘uit de kast-boeken’? De boeken gaan over homo-erotisch verlangen, zeker. Maar het zijn geenszins coming-out-romans. En interessant genoeg is de meerderheid van de auteurs heteroseksueel. Zulke prachtige boeken kunnen schrijven zegt iets over hun literaire kwaliteiten, maar ook veel over de universaliteit van de liefde (en van de dood).