Vlindertje van Methusalem
Magische vlinders, verdwenen woorden en de tombe van Jean-Jacques Rousseau. Tijdens de presentatie van zijn essaybundel Het vlindertje van Methusalem gaat filosoof en natuurhistoricus Johan van de Gronden in gesprek met Kester Freriks en Andrea van Pol over filosofie, natuur, landschap en onze verhouding daartoe.
In zijn nieuwe essaybundel buigt bestuurder en filosoof Johan van de Gronden zich over natuur, landschap en onze verhouding tot beide. Hij duikt in het magische leven van de bedreigde monarchvlinder uit Midden-Amerika. In Zuid-Afrika speurt hij naar de resten van een verdwenen taal en de motieven van een zonderlinge Duitse geleerde om koortsachtig de belevingswereld vast te leggen van de laatste Xam-sprekers. Bij de tombe van Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) in het Franse Ermenonville overdenkt hij de invloedrijke nalatenschap van deze Zwitserse natuurfilosoof. Ook brengt hij een eerbetoon aan de bevriende Frans-Nederlandse sinoloog en taoïstisch meester, Kristofer Schipper (1934-2021).
Over de sprekers
Johan van de Gronden is filosoof, essayist en bestuurder. Momenteel is hij directievoorzitter van het KWF, voorheen directeur van het Wereld Natuur Fonds. In zijn verhalende essays onderzoekt hij de relaties tussen mens, natuur en landschap. Ook reflecteert hij geregeld op de spanning tussen de vita activa (hij vervult tal van bestuurs- en toezichthoudende functies in het maatschappelijk middenveld) en de vita contemplativa: ‘Ik heb lang gedacht dat de twee moeilijk te verenigen waren: de beschouwende filosoof in mij en de wat ongeduldige bestuurder. Maar gaandeweg ontdek je dat juist in de spanning tussen die twee polen de energie en de creativiteit gedijen.’ Eerder schreef hij Wijsgeer in het wild (2015).