Thuis in taal
De overheid besloot in 2004 om het onderwijs in allochtone levende talen (OALT) af te schaffen. In plaats daarvan kwamen er weekendscholen waar kinderen les krijgen in de eigen taal. Nu, 15 jaar later, bespreken we de impact van dit besluit op de taalvaardigheid en onderwijsprestaties van migrantenkinderen.
Meertaligheid zou een groot goed moeten zijn. Iemand die zijn of haar talen spreekt, heeft vaak een streepje voor. Toch besloot het kabinet Balkenende-II in 2004 tot beëindiging van het onderwijs in allochtone levende talen (OALT). Een belangrijk argument voor afschaffing was dat meer aandacht voor de Nederlandse taal de taalontwikkeling van migrantenkinderen zou stimuleren. Het is echter de vraag wat die afschaffing heeft opgeleverd voor de taalvaardigheid en onderwijsprestaties van deze kinderen. Hoewel veranderingen in de demografie meertaligheid hebben vergroot, ontbreekt het het reguliere onderwijs aan mogelijkheden om daar iets mee te doen. De vraag hoe om te gaan met meertaligheid, blijft dan ook overeind. In de huidige situatie zijn de migrantengemeenschappen zelf verantwoordelijk gemaakt voor onderwijs in de eigen taal, waarbij bepaalde ongemakken kunnen ontstaan.
Tijdens dit programma reflecteren we op wat de rol en verantwoordelijkheid van landelijke en plaatselijke overheid zijn als het gaat om een visie op taalvaardigheid in het onderwijs en daarbuiten.
Over de sprekers
Zeki Arslan is onderwijsdeskundige op het terrein van kansen(on)gelijkheid en voorzitter van het Platform Sociale Binding.
Folkert Kuiken is bijzonder hoogleraar Nederlands als tweede taal en meertaligheid.
Erik Visser is afgestudeerd aan de duale master Nederlands als tweede taal en meertaligheid met een scriptie over organisatie, omvang en inhoud van het thuistaalonderwijs in Amsterdam.
Peter Zwaga is strategisch communicatieadviseur en coördinator van het Platform Sociale Binding.