Reizen met de dieren
In vrijwel alle reisverhalen komen dieren voor: van vervoersmiddel of metgezel, tot voedsel of hinderlijke plaag. Er is nog nauwelijks wetenschappelijke aandacht geweest voor de beschrijving van deze dieren in reisliteratuur. In de bundel die vandaag gepresenteerd wordt, analyseren wetenschappers uit binnen- en buitenland de rol die dieren spelen in de Nederlandse reisliteratuur van 1800 tot heden.
Onderzoek naar reisliteratuur heeft zich vooralsnog voornamelijk gericht op de ervaringen van de reizigers met de onbekende omgeving of in het contact met andere culturen. De verbeelding daarvan wordt in het vakgebied van de Travel Writing Studies traditioneel kritisch beschouwd, met oog voor koloniale typeringen en strategieën. Enerzijds is dat logisch, omdat het sociale contact zo’n genrebepalend kenmerk voor reisliteratuur is. Anderzijds is het beperkend: er is daardoor bijvoorbeeld nog weinig aandacht geweest voor de relatie tussen de reiziger en de andere levende wezens die hij of zij ontmoet. Niet-menselijke dieren komen echter in allerlei rollen voor.
Soms zijn ze de reden voor het ondernemen van de reis, zoals in wetenschappelijke expedities of verkenningen van de exotische fauna, en worden ze als souvenirs meegenomen naar huis. In andere reizen, en de verhalen erover, spelen ze slechts een rol in de marge, vaak omdat hun aanwezigheid zo vanzelfsprekend is. In de bundel die gepresenteerd wordt, zijn al deze typen en soorten geanalyseerd in een selectie Nederlandse reisverhalen van 1800 tot heden. Wat betekenen bepaalde representaties voor onze werkelijke opvatting van mens-dierrelaties, ons reisgedrag en de effecten daarvan op dieren?
Over de sprekers
Rick Honings is neerlandicus, Scaliger Hoogleraar Bijzondere Collecties aan de Universiteit Leiden en specialist in de negentiende eeuwse Nederlandse en Nederlands-Indische literatuur. In 2018 publiceerde hij Star Authors in the Age of Romanticism: Literary Celebrity in the Netherlands, de internationale versie van zijn monografie De dichter als idool: literaire roem in de negentiende eeuw (2016). Momenteel werkt hij met een team aan het NWO Vidi-project Voicing the Colony: Travelers in the Dutch East Indies, 1800-1945.
Esther Op de Beek is universitair docent Moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Leiden. Ze publiceert over de literaire kritiek en het Nederlandse literaire bedrijf en over moderne Nederlandse (reis)literatuur, specifiek over de verbeelding van de geluksopvattingen daarin. Ze is redactielid van het wetenschappelijk tijdschrift Nederlandse letterkunde en verzorgde Cees Nooteboom. Aveue – 15 jaar wereldliteratuur(2013) en, samen met Jos Muijres, Op de hielen: Opstellen over recente Nederlandse en Vlaamse literatuur (2014).
Johannes Müller is universitair docent Duitse letterkunde en Literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden. Zijn onderzoek richt zich op migratie, globale connecties en informatieoverdracht in de vroegmoderne wereld. Tot zijn publicaties behoren: Exile Memories and the Dutch Revolt (2016), Memory before Modernity (co-edited 2013), naast artikelen in Modern Language Review, German History, German Studies Review, German Quarterly, Diasporas, en andere tijdschriften.
Frederieke Schouten studeerde diergeneeskunde aan de Universiteit Utrecht. Ze werkte een aantal jaren als veearts in de intensieve veehouderij. Momenteel is zij directeur van dierenrechtorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht – Advocaat van de dieren.
Claudia Zeller studeerde Nederlandse literatuur en Cultural Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Ook werkte zij aan de universiteiten van Wenen, Utrecht en de Sorbonne Universiteit. In 2022 verdedigde ze haar promotieonderzoek over bureaucratie als epistemisch motief in de Nederlandse literatuur in de vroege twintigste eeuw. Tot haar recente publicaties behoren artikelen over het ecocriticim en het antropoceen in recente Nederlandse poezie en het gebruik van Russische pseudoniemen door auteurs begin van de twintigste eeuw.