Letteren Live #13
In aflevering 13 van Letteren Live, de literaire talkshow van SPUI25, Het Parool en het Letterenfonds, interviewt Marjolijn de Cocq Nico Dros over Willem die Madoc maakte (Van Oorschot). Dros werd op de middelbare school al gegrepen door de beginregel van Van den vos Reynaerde. De regel vormde het startpunt voor zijn nieuwste roman, een werk dat epische proporties aanneemt. Hoe zijn boek tot stand kwam, en wie en wat hem tijdens het werken bijstonden, bespreekt hij met Marjolijn de Cocq. ‘Ik weet nog dat ik dacht: het moet een beetje een groots werk worden.’
Babs Gons verzorgt een literair intermezzo en draagt voor uit haar nieuwe bundel Doe het toch maar (Atlas Contact): ‘hoe wil ik mijn taal?/ik wil mijn taal met ruimte/voor interpretatie’.
Ten slotte spreken Thomas Möhlmann en Alfred Schaffer over Schaffers oeuvre en de P.C. Hooftprijs voor poëzie. ‘Je eigen werk typeren is godsonmogelijk’, meent Schaffer. Toch onderneemt hij een goede poging daartoe in zijn gesprek met collega-dichter Thomas Möhlmann. Ze praten over zijn oeuvre, het schrijven, lezen en leven in verschillende talen en landen en het onverwacht winnen van die indrukwekkend prijs.
Over de sprekers
Nico Dros studeerde Geschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij schrijft zowel (historische) romans, als verhalenbundels en historische non-fictie. Zijn werk verschijnt bij uitgeverij Van Oorschot. Zijn meest recente roman Willem die Madoc maakte (2021) werd zeer lovend ontvangen. Naast zijn werk als schrijver werkt Dros als docent aan de Schrijversvakschool in Amsterdam.
Babs Gons is dé koningin van spoken word. Ze is schrijver, performer, Het Parool-columnist, theatermaker, host en docent. Haar meest recente bundel is Doe het toch maar (2021). In 2018 ontving zij de Black Achievement Award voor Kunst en Cultuur en was zij genomineerd voor de Gieskes-Strijbis Podiumprijs 2020. Eerder stelde zij de bloemlezing spoken word in Nederland HARDOP samen. Ook is Babs Gons jurylid voor o.a. de J.M.A. Biesheuvelprijs en de Grote Poëzieprijs. Dit jaar werd zij gevraagd het Boekenweekgedicht te schrijven.
Alfred Schaffer publiceerde diverse dichtbundels, waaronder Kooi (2008), Mens dier ding (2014), het bibliofiele Postuum. Een lofzang (2016) en meest recent wie was ik (strafregels) (2020). In 2021 ontving Schaffer de P.C. Hooft-prijs voor poëzie. Na de zomer verschijnt , zo heb ik u lief. alle gedichten tot nu toe bij uitgeverij De Bezige Bij. Schaffer doceert aan de universiteit van Stellenbosch in Zuid-Afrika.
Thomas Möhlmann is dichter, redacteur, organisator en schrijfdocent. Hij publiceerde de dichtbundels De vloeibare jongen (2005), Kranen open (2009), Waar we wonen (2013), Ik was een hond (2017), Game of Poems. Gedichten van IJs en Vuur (columns en gedichten i.s.m. Ellen Deckwitz en Ingmar Heytze; 2019) en Dankbaar lichaam. Een liefdesverhaal in gedichten (2021). Zijn werk werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs, de Jo Peters Poëzieprijs en de Poëziester secundair onderwijs 2020, en bekroond met de Dunya Poëzieprijs en de Lucy B. & C.W. van der Hoogt-prijs.
Marjolijn de Cocq studeerde Vertaalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 1994 is ze werkzaam als journalist. Ze deed onder meer verslag van het Joegoslaviëtribunaal en het Lockerbie-proces. Ook gaf ze leiding aan verschillende redacties van de gpd. Momenteel is De Cocq chef boeken bij Het Parool, waarin ze ook een wekelijkse column heeft. Van haar hand verschenen Beter, slanker, sterker. De mythe van de maakbare mens (2015) en Maar ik hield al wel van je (2020).