Hans Faverey
Hans Faverey was een taalkunstenaar en een van de grote Nederlandse dichters van de twintigste eeuw. Marita Mathijsen, kenner van Favereys werk, stelde de bundel Verborgen in het zichtbare (De Bezige Bij) samen. Deze avond staan we stil bij deze nieuwe uitgave met korte lezingen, voordrachten en muziek.
Bij de ingang van de zaal word je gevraagd om je coronatoegangsbewijs te tonen.
Dit programma is ook online bij te wonen.
Hans Faverey (1933-1990) werd geboren in Paramaribo en kwam op zesjarige leeftijd met zijn moeder en broertje naar Nederland. Zijn eerste gedichten verschenen in het literaire tijdschrift Podium in 1962, zijn debuutbundel volgde zes jaar later. Twee dagen voor zijn overlijden op 8 juli 1990 verscheen zijn laatste dichtbundel, Het ontbrokene. Kort daarvoor was hem de Constantijn Huygensprijs toegekend voor zijn hele oeuvre.
Faverey zocht nieuwe wegen in de dichtkunst en vond die toen hij zich realiseerde dat de taal zélf tot daden in staat is. Dat zij kapot kan maken, tot stilstand kan brengen, iets in beweging kan zetten, doodmaken, dingen kan laten verdwijnen. Wat doet de taal met de werkelijkheid? Van die vraag is zijn poëzie doordrongen. Een mug een olifant laten bestijgen, dolfijnen laten praten, de dageraad haar roze schemer laten bevingeren. Faverey doet het. Dat is de essentie van zijn gedichten. Faverey vernieuwde de poëzie en drukte er zijn onuitwisbare stempel op.
Tijdens dit programma wordt het eerste exemplaar van Verborgen in het zichtbare door Marita Mathijsen overhandigd aan Robby Faverey, de halfbroer van Hans Faverey. Marita Mathijsen, Robby Faverey, Piet Gerbrandy, Philip Huff en Erik Lindner spreken over Favereys werk en de betekenis ervan. Met voordrachten en muziek door Noraly Beyer, Robby Faverey en Livia Faverey.
Over de sprekers
Marita Mathijsen is emeritus hoogleraar moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Ze staat bekend om haar boeken over de negentiende eeuw. Ze beheert de nalatenschap van Faverey en ze kent zijn werk door en door. Mathijsen bezorgde eerder diens Verzamelde gedichten (1993) en Gedichten 1962-1990 (2010) met daarin ongepubliceerde gedichten uit de nalatenschap.
Piet Gerbrandy is classicus, essayist en dichter. Hij doceert Klassiek en Middeleeuws-Latijn aan de Universiteit van Amsterdam en maakt deel uit van de redactie van De Gids.
Philip Huff studeerde filosofie en geschiedenis in Amsterdam. Tijdens zijn studententijd reed hij Martin Bril rond door het land. Hij publiceerde verhalen in onder andere De Gids, Hollands Maandblad en Hollands Diep. Zijn debuut Dagen van gras verscheen in 2009, gevolgd door de roman Niemand in de stad (2012), bekroond met de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs en de verhalenbundel Goed om hier te zijn (2013). In 2014 publiceerde hij een nieuwe roman Boek van de doden, gevolgd door een essaybundel over literatuur in 2015 Het verdriet van anderen. Zijn romans zijn verfilmd, hij schreef zelf de scenario’s.
Erik Lindner is dichter, romancier, essayist en vertaler. Hij debuteerde in 1996 met de dichtbundel Tramontane. De Bezige Bij gaf een aantal dichtbundels uit: Tong en trede (2000), Tafel (2004), Terrein (2010) en Acedia (2014), en in 2013 publiceerde hij daar de roman Naar Whitebridge. Na zijn overstap naar Van Oorschot publiceerde hij de dichtbundel Zog (2018) en de roman 51 manieren om de liefde uit te stellen (2021).