20201008_jacobisraeldehaan2
Jacob Israël de Haan en het Kwaad

Fijn bederf

Leven en werk van Jacob Israël de Haan (1881-1924) staan in het teken van climaxen en abrupte wendingen. Geboren in een joods milieu viel hij van zijn geloof af om dat later weer te omarmen. De beginnende auteur De Haan liep mee in het spoor van de literaire decadentie en zocht daarbij de confrontatie met de heersende opvattingen inzake goed en kwaad.

Waarom was De Haan zo gevoelig voor de decadente mode? Op die vraag valt alleen maar een bevredigend antwoord te geven wanneer we verder kijken dan het verhalende proza dat De Haan in de eerste fase van zijn schrijverschap produceerde. Toen hij van romancier in de eerste plaats dichter was geworden, bleef zijn werk in het teken staan van de strijd tussen goed en kwaad. Net als in Baudelaire’s gedicht ‘Héautontimoroumenos’ gingen daarbij de rollen van beul en slachtoffer samen.

Over de Jacob Israël de Haan-lezing

Het genootschap Jacob Israël de Haan heeft als doel het werk en leven van Jacob Israël de Haan in de aandacht te houden. Daartoe organiseert het genootschap elk jaar een lezing of voorstelling, die openbaar toegankelijk is. Vorige jaren werd daaraan meegewerkt door onder anderen Arthur Japin, Jan Fontijn, Evelien Gans, Mohammed Benzakour en Job Cohen.

Over de sprekers

Jaap Goedegebuure publiceerde boeken en artikelen over de literatuur van de negentiende en twintigste eeuw, waaronder Decadentie en literatuur (1987) en Stille venijnen. Verderf en verdervers in het werk van Louis Couperus (2018). Op dit moment werkt hij aan een reeks essays over ‘Het Kwaad in de Nederlandse literatuur’.

Marita Mathijsen (moderator) is emeritus hoogleraar Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zij is gespecialiseerd in de negentiende eeuw  en schreef daarover vele studies. Verder is zij bekend als Mulisch-kenner en bezorger van de poëzie van Hans Faverey. Zij is tot heden voorzitter van het J.I. de Haan genootschap, en wordt opgevolgd door prof. dr. Jacqueline Bel.