Communicatie tussen en met (niet-menselijke) dieren
Taalkundigen doen meestal onderzoek naar grammaticale en sociale aspecten van mensentaal. Recente inzichten in de sociale wetenschappen laten echter zien dat het tijd wordt om de agentiviteit en individualiteit van niet-menselijke dieren serieus te nemen en onze relatie tot niet-menselijke dieren te heroverwegen. Tijd om dat binnen de taalkunde ook te doen.
In plaats van ons af te vragen of dieren taal hebben zoals mensen (denk aan het onderzoek naar gebarentaal bij gorilla’s en chimpansees of verwerving en neurocognitieve van zang bij zangvogels) moeten we hun communicatie serieus onderzoeken. Als taalkundigen vragen we ons af hoe die niet-menselijke communicatie werkt. Of je hier dan ook van taal of grammatica kunt spreken is een moeilijke vraag.
In dit programma kijken we met de ogen van een taalkundige naar communicerende koeien en katten, waardoor we door deze open blik kunnen achterhalen of er iets van een grammatica in te ontdekken valt. We laten zien dat bij dieren, zoals koeien en katten, het lichaam en de omgeving een belangrijke rol spelen in de communicatie. Deze avond tonen we hoe een koe door haar lichaam, stem en omgeving een interactie kan openen met een mens, een ‘vraag’ kan stellen aan een mens en om ‘hulp’ kan vragen aan een mens. We laten ook zien dat katten via lichaam, stem en omgeving een gesprek kunnen openen om de mens via referentialiteit te wijzen op datgene dat ze graag wil hebben (voedsel, toegang tot een andere ruimte). De ‘animal turn’ in de taalkunde levert niet alleen op dat wij op een andere manier gaan aankijken tegen onze mededieren, het laat ook zien dat taalkundig en communicatief onderzoek zich niet beperkt tot vocalisaties, maar lichamelijke en omgevingselementen zou moeten toevoegen in haar analyses om tot een volledige beschrijving en analyse te komen van interactionele patronen tussen (niet-)menselijke dieren.
Over de sprekers
Marjo van Koppen is hoogleraar variatielinguistiek van het Nederlands bij het departement Talen, Literatuur en Communicatie en de afdeling Nederlandse Taal en Cultuur in Utrecht. Naast het recente onderzoek naar niet-menselijke communicatie richt haar onderzoek zich vooral op de taalkunde van het Nederlands. Zij is geïnteresseerd in de syntactische variatie binnen het Nederlands: de zinsbouw van Nederlandse dialecten en oudere fasen van het Nederlands. Zij bekijkt die varianten vanuit een generatief taalkundig perspectief.
Leonie Cornips is werkzaam als taalkundig onderzoeker bij het Meertens Instituut en als Bijzonder Hoogleraar Taalcultuur in Limburg aan de Universiteit Maastricht. Zij is van huis uit taalkundige, sociolinguïst en gespecialiseerd in onderzoek naar vormen van nieuw Nederlands. Bovendien verricht zij onderzoek naar hoe jonge kinderen het Nederlands als hun eerste en tweede taal verwerven, en onderzoekt zij aspecten van taalcultuur (vooral in Limburg). Haar nieuwste onderzoek richt zich op dierentaal, vooral hoe koeien met elkaar en met mensen communiceren.