Christendemocratie en homo-emancipatie: hinderpaal of hefboom?
Christendemocraten worden vaak gezien als tegenstanders van homo-emancipatie. Maar uitgerekend zij stelden al in 1986 voor om homorelaties wettelijk te erkennen. Hoe kwamen ze daarbij? En waarom haakten ze af toen ‘Paars’ werk maakte van huwelijksgelijkheid? We gaan in gesprek met dr. Joke Swiebel naar aanleiding van haar onderzoek naar homopolitiek in Nederland en over de vraag of christendemocraten de homo-emancipatie in Nederland juist bevorderd of belemmerd hebben.
Het CDA was tegen échte gelijke behandeling. In de jaren negentig bedong de partij de zogenaamde ‘enkele feit constructie’ als voorwaarde voor de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Je mocht wel homoseksueel zijn, maar het niet al te opzichtig laten blijken. En de CDA-parlementariërs stemden vrijwel allemaal tégen het geregistreerd partnerschap van zowel gemengde als ongemengde paren, en tégen de openstelling van het huwelijk. Geen wonder, zullen velen zeggen, want christendemocraten waren hartstochtelijk voor het (heteroseksuele) gezin, dat ze beschouwden als ‘hoeksteen van de samenleving’. Toch was het uitgerekend het wetenschappelijk bureau van deze – toen nog machtige – partij dat al in 1986 voorstelde om relaties tussen twee mannen of twee vrouwen wettelijk te erkennen.
Het recente proefschrift van dr. Joke Swiebel – Homopolitiek in Nederland (1966-2023): De symbolische kracht van wetgeving laat zien dat het CDA een eigen visie had op de belangen en verlangens van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen, waarbij de voorgangers van het CDA zich in de late jaren zestig soms verrassend progressief opstelden. Bovendien waren het juist veel CDA-politici en -bewindslieden die de afgelopen decennia uit de kast kwamen. Maar wil dat zeggen dat christendemocraten – en de christelijke organisaties waarmee ze optrokken – de homo-emancipatie in Nederland werkelijk hebben bevorderd?
De vraag hoe ‘homovriendelijk’ het CDA en zijn voorgangers waren raakt aan een bredere kwestie: is de vroege en brede acceptatie van homoseksualiteit in Nederland wellicht mede te danken aan de lange geschiedenis van verzuiling en de snelle, daaropvolgende ontkerkelijking?
Over de sprekers
Ernst Hirsch Ballin is emeritus-hoogleraar staats- en bestuursrecht c.q. constitutioneel recht aan de Universiteit Tilburg. Hij is voormalig minister van Justitie c.q. Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, en voormalig lid van de Raad van State en van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Joke Swiebel is politicoloog, voormalig beleidsambtenaar en Europarlementariër. Ze promoveerde eerder dit jaar op Homopolitiek in Nederland (1966-2023). De symbolische kracht van wetgeving (Amsterdam University Press, 2024)
Harry Oosterhuis is historicus aan de Universiteit van Maastricht. Hij is auteur van o.a. Homoseksualiteit in katholiek Nederland: een sociale geschiedenis, 1900-1970.
David Bos (moderator) is godsdiensthistoricus en socioloog aan de Universiteit van Amsterdam.