Gezondheid is een getal
U stuurde mij een verzoek om te schrijven over mijn leeftijd. U bent aan het juiste adres. Ik beschik over een leeftijd. 46 jaar. Er is met die leeftijd iets geks aan de hand in die zin dat ik mijn exacte leeftijd niet weet. Kinderen geboren op het Marokkaanse platteland werden door de lange afstanden tot de burgerlijke stand pas ingeschreven als een ouder of voogd zich meldde bij het loket van de gemeentelijke instantie. De leeftijd die ik heb is me gegeven, de werkelijke leeftijd moet als de informatie klopt een maand of drie naar voren worden geschoven. Ik ben dus drie maanden ouder dan ik me voel. Het kind van de zomer verjaart in de late herfst – en het is ook enkel rond de verjaardag dat ik gedachten rond die exacte leeftijd opkomen. Door de omstandigheden van mijn geboorte ben ik leeftijd als subjectief gaan zien. Ik was erbij toen mijn dochter werd geboren. Ik weet het tot de seconde precies. Er valt wat betreft haar leeftijd nooit meer iets te raden en ergens vind ik dat jammer.
Wanneer was de laatste keer dat ik naar iemands leeftijd vroeg? Daar moet ik over nadenken. Ik weet het weer. Ik vroeg het aan een kind omdat voor een kind de leeftijd een aangeleerd getal is maar toch heel veel betekent. Het kind is trots dat het zijn leeftijd kan openbaren aan ons. Het kind weet iets over zichzelf en dat is dat het ruimte inneemt in de tijd. Is het kind vier jaar oud dan is het al vier jaar aanwezig. Ik vraag ook de leeftijd aan mensen van wie ik denk dat ze op leeftijd zijn, in dit geval iedereen boven de tachtig. De leeftijd krijgt dan iets magisch, hoe heeft iemand het zo lang op aarde uitgehouden. Ik ben vol bewondering. Ik ben gevoelig voor mensen die de leeftijd van mijn vader hebben, nog gevoeliger ben ik voor de gestorven mensen van mijn vaders leeftijd. We worden steeds ouder, en dat leidt ertoe dat we ons langer jong voelen. Het gaat steeds minder om leeftijd, steeds meer om gezondheid. Gezondheid is een betere maatstaf dan leeftijd. Werkzaamheid is een betere maatstaf van leeftijd.
Oude mensen haten hun leeftijd. Maar wanneer ze heel oud worden, wat betekent dat alle mensen met wie ze een geschiedenis hebben opgebouwd niet meer bestaan, ontstaat er gelatenheid. Ze leggen zich erbij neer dat ze een bijzondere uitzonderingspositie innemen die iedereen bewondert maar zij verafschuwen. Ze leggen zich erbij neer dat ze niemand meer hebben met wie ze geleefde ervaringen kunnen delen. Ze zijn als een gedicht geworden, singulier, met een eigen grammatica, ritme, toon, melodie dat losstaat van de gemeenschappelijke taal. Het gedicht staat buiten de geschiedenis.
Er zal een dag komen dat hartslag, cholesterol en de elasticiteit van de huid de leeftijd als maateenheid zal hebben verdrongen.
In culturen met heel veel jonge mensen worden oude mensen verafgood, de kunst is niet om jong te zijn, de kunst is om lang te leven. Het is in die maatschappijen makkelijk om jong te zijn, heel moeilijk om oud te worden. Ziektes, tegenslag en oorlog zijn grote hindernissen. Oude mensen krijgen in deze samenleving alles voor elkaar.
In culturen met veel senioriteit is er een obsessie met jonge mensen; van hun wordt het heil verwacht. Jonge mensen gaan gebukt onder de verwachtingen, iedereen wil een ster zijn of tenminste betekenis hebben. Jonge mensen worden afgerekend op hun schoonheid en vitaliteit. Ze vrezen elke verjaardag.
In de toekomst kijken we naar iemands biometrische gegevens om op de hoogte te raken hoe iemand er fysiek voorstaat. We meten de kwaliteit van leven af aan in hoeverre de geest goede zeggenschap heeft over het lichaam.